Beenlengteverschil

Bij een beenlengteverschil is het ene been langer dan het andere, waardoor het bekken scheef kan komen te staan. Hoewel bijna niemand volledig recht staat, kan een significant beenlengteverschil klachten veroorzaken, zoals pijn in het bekken, de rug, en zelfs uitstraling naar de nek en schouders. Veel mensen zijn zich echter niet bewust van hun beenlengteverschil omdat het niet altijd klachten oplevert. De registerpodoloog kan met behulp van een ophoging het beenlengteverschil compenseren, waardoor het bekken weer recht komt te staan en de klachten verminderen. 

Oorzaken van beenlengteverschil

Een beenlengteverschil kan om verschillende redenen ontstaan. Het kan al tijdens of vlak na de geboorte ontstaan door genetische factoren. Ook een ongeluk tijdens de groei, zoals een botbreuk door een ongeval, kan leiden tot een verschil in beenlengte. Na het krijgen van een nieuwe heup of knie kan ook een beenlengteverschil ontstaan, wat vaak snel klachten veroorzaakt. Bij kinderen in de groei is een beenlengteverschil ook gebruikelijk omdat de benen niet gelijktijdig groeien. In veel gevallen is behandeling niet nodig als er geen klachten optreden.

Symptomen van beenlengteverschil

Bij een beenlengteverschil gaat iemand meestal naar het kortere been hangen, wat resulteert in een hogere druk op dat been. Vaak ontstaan de meeste klachten aan de zijde van het kortere been. Deze klachten kunnen variëren en zich manifesteren als rugklachten, maar ook als heup- of knieklachten.

Behandeling van beenlengteverschil

Wanneer iemand een klein beenlengteverschil heeft en geen klachten ervaart, hoeft dit normaal gesproken niet te worden behandeld. Het lichaam is namelijk zelf in staat om kleine verschillen te compenseren. Als het verschil echter wel klachten oplevert, zijn er verschillende behandelingsmogelijkheden.

Als eerste moet worden vastgesteld of er sprake is van een 'echt' beenlengteverschil of een 'schijn' beenlengteverschil. In sommige gevallen lijkt het namelijk alsof iemand een beenlengteverschil heeft door een gedraaid of gekanteld bekken (scheefstand). Dit wordt een 'schijn' beenlengteverschil genoemd. Ook een scoliose (scheve rug) of naar binnen kantelende voeten kunnen de oorzaak zijn van een 'schijn' beenlengteverschil.

Het vaststellen van een (schijn)beenlengteverschil kan door verschillende disciplines worden gedaan, zoals een registerpodoloog , fysiotherapeut, osteopaat en chiropractor. Als er daadwerkelijk een beenlengteverschil wordt geconstateerd, kan dit eenvoudig worden behandeld door het dragen van podotherapeutische steunzolen, waarbij de zool aan de kant van het kortste been dikker is om het beenlengteverschil te compenseren. Ook kan worden gekozen voor een losse hakverhoging in de schoen van het kortste been. Meestal is het niet nodig om het beenlengteverschil volledig te compenseren, en een gedeeltelijke correctie is vaak al voldoende om de klachten te verminderen. Er kan maximaal 1 cm verwerkt worden in een steunzool of schoen; als er meer nodig is dan 1 cm, moet dit aan de buitenzijde van de schoen worden verwerkt.

Als er sprake is van een 'schijn' beenlengteverschil, kan dit niet worden opgelost met steunzolen of een hakverhoging, omdat er geen werkelijk verschil in beenlengte is en dit ook niet de scheefstand in het bekken veroorzaakt. In dit geval kan worden gekozen voor behandeling door bijvoorbeeld een chiropractor of osteopaat. 

Plan direct een afspraak

Wilt u advies of geholpen worden? Neem dan contact met ons op en plan direct een afspraak.